Leer een tweede taal spreken door middel van ‘prank’ calls, roddelen, sprookjes en stripboeken. Deze oefeningen hebben mij geholpen om met zelfverzekerdheid te spreken in het Frans (in 3 maanden!) en zullen jouw spreekvaardigheid ook een flinke boost geven. Begin gelijk aan de eerste van 13 leuke spreekvaardigheidsoefeningen.
Een tweede taal spreken is uiteindelijk wat je wilt met je tweede taal. Het is echter iets wat veel mensen vergeten te oefenen.
Zo wordt aan woordenschat, luistervaardigheid en leesvaardigheid veel aandacht besteed met de vaak naïeve gedachte dat het spreken dan vanzelf gaat.
Spreekvaardigheid is echter iets wat vrijwel losstaat van bovengenoemde drie vaardigheden en zul je dus ook apart moeten oefenen.
Daarom heb ik voor jullie deze 13 spreekvaardigheidsoefeningen op een rijtje gezet.
Dit zijn de echte oefeningen die ik heb gebruikt om Frans in 90 dagen nagenoeg vloeiend te leren spreken.
Naast dat je stappen vooruit gaat maken zijn deze spreekvaardigheidsoefeningen ook nog verbazingwekkend amuserend.
Het zijn namelijk allemaal oefeningen voor jou en je taalpartner. Het is belangrijk dat je taalpartner je constant verbetert! Je wilt de tweede taal wel goed leren spreken, natuurlijk.
Je kunt je taalpartners vinden op iTalki, daar heb ik mijn taalpartners (nu vrienden) ook ontmoet.
1. Je tweede taal spreken door een verhaaltje te vertellen
Leerdoel: Verleden tijd.
Beschrijving: Iets over wat je gisteren of vorige week hebt gedaan.
Voorbeeld: Hier, j’étais en train de travailler avec une collègue […] quand j’ai reçu un paquet de Bol.com.
Vertaling: Gisteren was ik aan het werk met een collega […] Ook heb ik een pakje van Bol.com ontvangen.
2. Toekomstplannen vertellen
Leerdoel: De toekomstige tijd.
Beschrijving: Vertel over wat je volgende week gaat doen, morgen en over enkele ogenblikken.
Voorbeeld: La semaine prochaine je ferai bien mes devoirs, j’ai la flemme de le faire maintenant. […] Je vais à la FAC. […] Demain je vais revoir ma copine, je serai très heureux de la voir.
Vertaling: Volgende week zal ik m’n huiswerk wel doen, ik heb geen zin om het nu te doen. […] Ik ga naar de uni (universiteit). […] Morgen ga ik m’n vriendin weer zien, ik zal erg blij zijn om haar te zien.
3. Sprookjesverhaal
Leerdoel: De verleden tijd, het trainen van je gehoor (je hoort de ander vertellen) en zinnen formuleren in een verhalende manier.
Beschrijving: Om en om 3 zinnen of een x aantal woorden waarmee je een verzonnen verhaal verzint.
Voorbeeld: Le chat-serpent-araignée magique botté végétarien était avec sa meilleure amie, une souris.
Vertaling: De magische vegetarische gelaarsde katslangspin was met z’n beste vriend, een muis.
4. Categoriespel
Leerdoel: Woordenschat uitbreiden.
Beschrijving: Kies een categorie en begin met een naam, de ander begint het volgende woord, maar dan met de laatste letter van het voorgaande woord.
Voorbeeld: > Ordinateur <, > Riche <
Vertaling: ‘Computer’, ‘rijk’
5. Wees de wetenschapper
Leerdoel: Leer in hypothetische manier praten.
Beschrijving: Vertel over een theorie of levensfilosofie die jij gebruikt. Ik vertelde zo over de principes van overtuigingskracht die ik in de sales gebruik.
Voorbeeld: On a un produit à vendre, Bob est convaincu du produit mais il nous dit : >> Je n’ai pas le temps maintenant d’acheter votre produit, je suis désolé. << Alors, qu’est que vous feriez dans ce cas? […]
Vertaling: Je hebt een product te koop, Bob is overtuigd van het product maar zegt ons: ‘Ik heb nu geen tijd om je product te kopen, sorry’, oke, wat zou je doen in dit geval?
6. Leer je tweede taal spreken met stripboeken
Leerdoel: Leer intonatie, ritme en uitspraak.
Beschrijving: Gebruik een stripboek om de intonatie, ritme en uitspraak van een vreemde taal te leren. Je partner leest de gesprekjes voor en jij herhaalt het precies zoals hij/zij het zegt.
Voorbeeld:
7. Vertel over je interesses
Leerdoel: Tegenwoordige tijd.
Beschrijving: De meeste gesprekken die je zult hebben zullen over dingen gaan die jij interessant vindt.
Voorbeeld: Je trouve l’intelligence artificielle vraiment interessane puisque c’est l’avenir. […]
Vertaling: Ik vind artificial intelligence erg interessant omdat het de toekomst is. […]
8. Positief roddelen
Leerdoel: In de 3e persoon praten.
Beschrijving: Je praat over 1 van je vrienden en beschrijft zijn leven, denk aan zijn kwaliteiten, karaktertrekken, werk etc.
Voorbeeld: Il est très gentil, il complimente souvent ses amis. En plus, il a beaucoup d’argent aussi, il travaille chez Apple en tant que directeur! […]
Vertaling: Hij is erg aardig, hij geeft vaak complimenten aan zijn vrienden. Daarbij heeft hij ook veel geld, hij werkt bij Apple als directeur. […]
9. Raad het object
Leerdoel: Praten in een beschrijvende manier.
Beschrijving: Je kiest zonder je partner te laten weten een object (in je omgeving) en begint het te beschrijven. Je partner heeft dan als taak dit object te raden.
Voorbeeld: Il contient beaucoup de mots et on peut en apprendre des choses intéressantes. […] C’est un livre!
Vertaling: Het heeft veel woorden en je kunt er veel interessante dingen van leren. […] Het is een boek!
10. Wees een presidentskandidaat
Leerdoel: Toekomstige tijd beheersen en moeilijkere woorden gebruiken.
Beschrijving: Je tweede taal spreken als presidentskandidaat, in deze oefening beschrijf je de toekomstplannen die je gaat waarmaken als je president wordt.
Voorbeeld: Nous construirons des nouvelles routes, il y aura plus d’emploi et cela réduira la pauvreté. […]
Vertaling: Wij zullen nieuwe wegen bouwen, er zal meer werk komen en daarmee zal de armoede dalen. […]
11. Geef zoals Sinterklaas
Leerdoel: Persoonlijke voornaamwoorden leren.
Beschrijving: Leer je tweede taal spreken door vrijgevig te zijn! In deze oefening geef je allerlei dingen aan allerlei verschillende mensen.
Voorbeeld: Je te donne ce beau cadeau et ce petit cadeau ici est pour lui. […]
Vertaling: Ik geef dit mooie cadeau aan jou en dit cadeautje hier is voor hem. […]
12. Leer een tweede taal spreken met ‘prank’calls
Leerdoel: Native begrijpen en antwoord krijgen op simpele vragen.
Beschrijving: Je googelt op een restaurant of theater ergens in het land waarvan je de vreemde taal wilt spreken. Daar probeer je achter een aantal dingen te komen, zoals de openingstijden of waar het toneelstuk over gaat.
Laat altijd weten aann het begin van het gesprek dat je aan het oefenen bent.
Voorbeeld: À quelle heure cela commence t-il? Et de quoi s’agit-il?
Vertaling: Hoe laat begint het? En wat kan ik verwachten?
13. Het dictee
Leerdoel: Te weten komen welke tonen je niet of slecht kunt horen en daarbij welk schrift overeenkomt met het IPA.
Beschrijving: Je partner spreekt een aantal voor jou relevante woorden uit en jij schrijft op hoe je denkt dat het geschreven is. Belangrijk is dat je taalpartner het op natuurlijke snelheid uitspreekt, voor jou dus waarschijnlijk ’te snel’.
Dit is belangrijk omdat je op die manier de flow erin houdt. Vraag hem/haar dus de zin een aantal keer te herhalen.
Voorbeeld: > Il y a une implantation de mon travail dans cette ville. <
Vertaling: ”Er is een vestiging van mijn werk in deze stad.’
1 laatste dingetje
Vind jij dat dit artikel waardevol is voor jou of iemand anders? Deel het dan met je vrienden, familie en/of kennissen door op de blauwe knop hieronder te klikken.